Een lange klank aan het eind van een woord schrijf je met één klinker, behalve woorden op -ee:
Je hoort een lange a aan het eind, je schrijft één a:
aria, boa, dia, ga, gala, ja, ha, la, lava, ma, na, nota, oma, opa, orka, pa, ra, via.
Je hoort een lange o aan het eind, je schrijft één o:
auto, bobo, Cito, co, demo, do, go, havo, ho, hobo, kilo, lego, po, polo, zo.
Je hoort een lange u aan het eind, je schrijft één u:
u, cru, nu, plu, reçu, residu, tutu.
Je hoort een lange ee aan het eind, je schrijft ee:
fee, gedwee, hachee, idee, mee, nee, plee, stee, thee, tree, trofee, twee, vee, wee, zee